Suïcidepreventie en Eye Movement Dual Task
Tekst: Deana de zwart
Door het geleidelijk stijgend aantal zelfdodingen staat suïcidepreventie hoog op de agenda van het Ministerie van VWS. onlangs is een onderzoek gestart naar het effect van Eye Movement Dual Task (EMDT) op de suïcidale heelden en gedachten bij depressieve patiënten. Alle reden om in gesprek te Saan met Jaël van Bentum, onderzoekster aan de Vrije universiteit Amsterdam, over haar promotieonderzoek.
Wat was de aanleiding voor dit onderzoek?
“Ondanks de suïcide-preventiemaatregelen van de laatste jaren zien we dat het aantal suïcides in Nederland -ook naar rato van de bevolkingsgroei- nog steeds stijgt, we willen graag meer weten over de overgang van gedachte naar daad, zodat we interventies kunnen ontwikkelen om vroegtijdig hulp te bieden. voorheen was suïcidaliteit een exclusiecriterium voor onderzoek, maar daar blijkt geen reden vooral is er wel een verplicht veiligheidsplan verbonden aan het onderzoek.”
Wat is er al bekend over suïcidale gedachten en beelden?
“De impact van een negatieve life-event lijkt te worden versterkt door een voortdurende focus op problemen en bijbehorende negatieve gedachten (rumineren), waarbij suïcidale mensen uiteindelijk mentaal verbeelden hoe bijvoorbeeld hun suïcide of hun begrafenis verloopt, zo- genaamde flashforwards. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar intrusies en suïcidaliteit. Emily Holmes en Catherine Crane hebben in Engeland onderzoek gedaan naar suïcidale intrusies bij patiënten met een depressieve of bipolaire stoornis. ln het pre-suïcidale proces worden vaak intrusieve gedachten en intrusieve beelden vermeld. Suïcidale beelden zijn voor de patiënt in eerste instantie vaak geruststellend, als zijnde een hypothetische oplossing voor de ervaren problemen.
Maar als de beelden geleidelijk aan onvrijwillig en oncontroleerbaar opkomen kunnen ze heel alarmerend en beangstigend zijn, waarbij pogingen gedaan worden ze te onderdrukken. Proberen ergens niet aan te denken werkt averechts. Hoe vaker de suïcidale beelden opkomen, hoe onontkoombaarder ze ervaren worden, totdat de beelden ondraaglijk zijn en overlijden de enige manier lijkt om eraan te kunnen ontsnappen. vanuit de cognitieve psychologie weten we ook dat het 1e voorstellen van een daad het daadwerkelijke gedrag beïnvloedt. Daarom denken we dat behandeling van de intrusieve suïcidale beelden helpend kan zijn in de behandeling van suïcidaliteit. onderzoek naar traumatische herbelevingen toont aan dat intrusies goed behandeld kunnen worden door patiënten tijdens het ophalen van beelden een duale taak uit te laten voeren die het werkgeheugen belast, waardoor de emotionele lading, oncontroleerbaarheid en levendigheid van de intrusies blijvend afnemen. Enfin, dat is voor EMDR-therapeuten natuurlijk bekend terrein. Door het toepassen van een oogbeweging-taak tijdens het ophalen van suïcidale beelden verwachten wij dat de intensiteit, frequentie, emotionele lading en oncontroleerbaarheid van de beelden zal verminderen en daarmee de overgang van het denken aan suicide naar suïcidaal gedrag zal voorkomen.”
Hoe is het onderzoek opgezet?
“Het onderzoek richt zich op depressieve patiënten met suïcidale ideatie die onder behandeling zijn van de GGZ. Daarin werken we samen met een zevental GGZ-instellingen in Nederland: Altrecht, Dimence, GGZ Oost-Brabant, GGZ Eindhoven, Parnassia Groep, Pro Persona en Vincent van Gogh lnstituut. ln de eerste fase van ons onderzoek hebben we afgelopen zomer bij GGZ lngeest, locatie de Nieuwe Valerius in Amsterdam, bij 6 personen een pilot gedaan. De resultaten daarvan waren veelbelovend en nu zijn we gestart met een randomized controlled trial (RCT), waarbij we 90 patiënten willen includeren.
We starten met een gestructureerd interview waarbij we de intrusies uitvragen, zodat we een beeld krijgen van de frequentie en de last die mensen ervaren. Het interview nemen we overigens af bij een grotere groep -ongeveer 350 patiënten- omdat we ook willen analyseren bij welke patiënten intrusies voorkomen en wat de frequentie en de ervaring is. Met voormalige patiënten en (trauma)deskundigen hebben we het flashforward-protocol aangepast voor deze specifieke intrusies. Zo gebruiken we geen installatie van de PC. Ons doel is immers niet het aanpassen van de cognitie, maar het verminderen van de intrusies. De patiënten in de interventiegroep krijgen naast hun reguliere behandeling binnen zes weken tijd een zestal sessies van één uur EMDT. De patiënten in de controlegroep krijgen alleen de reguliere behandeling, meestal een com- binatie van medicatie en cognitieve therapie.
De EMDT wordt gestandaardiseerd uitgevoerd met dezelfde snelheid die via een lichtbalk wordt aangeboden. Uiteraard worden er gedurende het onderzoeken verschillende vragenlijsten afgenomen bij beide groepen: voorafgaand aan de interventie en vervolgens na de sessies en na drie, zes en negen maanden. De primaire uitkomstmaat zijn de suïcidale intrusies. Als deze zijn afgenomen, is er meer ruimte bij de patiënt voor het volgen van de reguliere behandeling voor de depressie.”
Hoe bepaal Je de targetselectie?
“Met de patiënt zijn in het interview alle intrusies besproken. Vervolgens wordt nagevraagd welke op dit moment het meest belastend is. Van deze intrusie wordt het meest belastende plaatje vastgesteld.”
Wanneer verwacht je de resultaten van het onderzoek?
“Er is veel belangstelling voor het onderzoek. Als deze innovatieve methode effectief blijkt, kan zij worden aangeboden in de GGZ als aanvulling op bestaande behandelingen van suïcidale patiënten.
Maar hoe veelbelovend het allemaal ook klinkt, ik wil de klinische behandelaars toch vooral op het hart drukken eerst het onderzoek naar de effectiviteit van EMDT op suïcidale intrusies af te wachten. we zullen echt eerst zeker moeten weten of er schadelijke gevolgen zijn, bijvoor- beeld doordat de beelden juist frequenter voor gaan ko- men. En hoewel er theoretisch geen reden is om het aan te nemen, moeten we ook zeker weten wat er gebeurt als je de intensiteit van de emoties afhaalt.
Wordt de overgang naar suïcidaal gedrag inderdaad ver- broken of wordt juist de drempel tot actie tegen alle verwachting in lager omdat er minder angst is? Zowel positieve als negatieve gevoelens worden gedesensitiseerd, en wat is daarvan bij deze doelgroep het effect? Wat ge- beurt er als je de angst voor het beeld weghaalt? Bij dit onderzoek is een extra onafhankelijke veiligheidscommissie betrokken, een objectieve groep die meekijkt naar de resultaten om eventuele risico’s tijdig te signaleren, zoals dat gewoonlijk gebeurt bij medicatieonderzoek. lndien nodig wordt het onderzoek voortijdig stopgezet. De planning is dat de uiteindelijke resultaten eind 2020 gepubliceerd kunnen worden. ”
Wat is het verschil tussen EMDT en standaard EMDR?
De EMDT-behandeling in het kader van dit onderzoek maakt gebruik van een duale component om de levendigheid en emotionaliteit van de suïcidale intrusies te verminderen (desensitization). Tevens wordt er een negatieve cognitie vastgesteld om de (cognitieve) associaties van Ce intrusie aan te pakken (reprocessing). ln de ËMDR-therapie wordt er ook een positieve cognitie aan het beeld gekoppeld. Het installeren van deze positieve gedachtegang heeft als doel de geloofwaardigheid van de positieve cognitie maximaal te laten toenemen. Aan- gezien er binnen dit onderzoek een expliciete focus is op het verminderen van de levendigheid. emotionaliteit en daarmee ook de frequentie van de intrusies, is het ‘installatie-‘ proces niet van toepassing. Tevens komen stappen zoals de bodyscan en het installeren van een future template niet aan de orde binnen dit onderzoek.
Dit protocol gaat ervan uit dat de suïcidale intrusies gerelateerd zijn aan de toekomst. Het protocol behandelt dus geen intrusies of flashbacks van traumatische ervaringen die in het verleden plaatsvonden (bijvoorbeeld naar aanleiding van suïcidepogingen uit het verleden). Wel kan het zo zijn dat er associaties tijdens de EMDT-sessies bestaan tussen de flashforwards en eerdere suïcidale ervaringen. Dat is toegestaan, zolang het target beeld maar de suïcidale flashforward is”
Uit : Simagery onderzoekprotocol
Referenties
Holmes, E.A., Crane, C., Fennell, M.J.V, & Williams. j.M.G. (2007). imagery about suicide in depression- “Flash-forwards”?. Journal of Behaviour Therapy and Experimental Psychiatry. 38: 423-434.
crane, c., shah, D., Bamhofer, T. & Holmes, E.A. (2011). Suicidal imagery in a previously depressed community sample. Clinical Psychology and Psychotherapy. Van Benthum, J”S., Sijbrandij, M. Huibers, M.J.H”, Huisman, A., Arntz, A., Holmes, E.A. & Kerkhof A.J.F.M. (2017). Treatment of intrusive suicidal imagery using eye movements. International Journal of Environmental! Research and Public Health, 14.
lnformatie over het Simagery onderzoek.